Missie

Op de dag dat Lance Armstrong het veelbesproken interview over zijn dopinggebruik geeft, staat er in wielertijdschrift De Muur een verhaal van Tim Krabbé met als titel 'De geest van de sport'. Wij hebben dan een aantal weken het plan voor deze blog. De discussie sinds het USADA rapport zit in een soort groef waarin alleen plaats is voor verontwaardiging, afkeer van het verleden en de hoop op een nieuwe start. Omdat wij veel van die afkeer en hoop niet zonder voorbehoud delen en vaak zelfs behoorlijk ongefundeerd en ongenuanceerd vinden, maar tegelijkertijd wel veel weerstand ontmoeten om in die groef een redelijke discussie te voeren, hebben we het idee voor deze blog opgevat.

Toen verscheen dus Krabbé's verhaal, een manifest dat pleit voor vrijgeven van doping en daarvoor een paar overtuigende argumenten op een rijtje zet. Krabbé vraagt zich met herkenbare verbazing af waarom doping eigenlijk verboden is: "Uit mezelf zou ik niet op dat idee komen - spreekt het juist niet vanzelf dat wielerprofs hun eigen soort verzorging nodig hebben en dat ze de eisen van hun vak, sterker te zijn dan de anderen, serieus nemen?"

Dus onderzoekt hij de twee redenen waarop het verbod dan wel is gebaseerd. Ten eerste, doping zou oneerlijk zijn. Maar dan kun je volgens Krabbé evengoed het omgekeerde beweren. Aangeboren voordelen zijn oneerlijk. De een heeft talent, de ander karakter. En een derde traint heel veel. Een wedstrijd is altijd ongelijk en oneerlijk. Ja, en ook de aangeboren eigenschap om baat te hebben bij doping is misschien niet eerlijk verdeeld, maar een verbod lost daar niets aan op. Bovendien hebben sommige renners betere knechten, hotels, bussen, trainers en materiaal dan andere. Ook dat is niet eerlijk. Maar wordt rijkdom dan doorslaggevend? Ho, zegt Krabbé, dan verwar je oorzaak en gevolg. "Rijke renners zijn rijk geworden omdat ze beter waren."

Ten tweede, doping zou gevaarlijk zijn. Maar als de plotse dood al meer dan gemiddeld voorkomt bij topsporters, dan zijn andere oorzaken aannemelijker dan dopinggebruik. Een hartafwijking wreekt zich bijvoorbeeld eerder bij mensen die zich vaak zwaar inspannen. Juist op dit punt zou vrijgeven wel eens gezondheidsbevorderend kunnen werken. Het leidt er in ieder geval toe dat doping niet ondergronds gaat met alle risico's van dien, maar op medisch geïnformeerde en verantwoorde manieren kan worden toegediend.

Naast deze twee argumenten stelt Krabbé bovendien dat de sport nooit schoon is geweest, dat dopingbestrijding helemaal niet werkt, altijd achter de feiten aanloopt en zal blijven lopen. "[Vrijgeven] zou miljoenen besparen, carrières zouden niet meer worden geknakt, de vrijheidsberoving van de whereabouts zou voorbij zijn, net als de vernedering van het plassen onder vreemde ogen, uitslagen zouden niet meer hoeven worden doorgestreept, niemand zou zich meer bedrogen hoeven voelen."

Met dit stuk verdient Tim Krabbé het standbeeld dat hij voor het schrijven van De Renner nog steeds niet gekregen heeft. Maar maakt hij deze blog ook overbodig? We menen toch van niet. Zijn manifest  is een welkome programmatische aanzet, een onvolledige opsomming van argumenten. Enkele daarvan roepen weer nieuwe vragen op, andere moeten verder uitgediept worden. Wat moet het wielrennen  bijvoorbeeld met het biologisch paspoort? Volgens velen is het paspoort de reden dat het wielrennen sinds 2007 zoveel schoner zou zijn. Anderen zien het echter niet als een betrouwbaar instrument om dopinggebruik te bewijzen, maar wel als een mogelijkheid om startrecht te kunnen vaststellen, ongeveer zoals de hematocriettest wordt gebruikt. Krabbé verwerpt het paspoort helemaal als een manier om onzinnige dopingregels te handhaven. Toch zou volledig vrijgeven wel eens een te  risicovolle maatregel kunnen zijn. Bovendien, wat spreek je af voor amateur- en juniorenwedstrijden, zolang er nog weinig bekend is over nut en risico's van doping. Dit neemt niet weg dat het dopingvraagstuk juist nu helemaal op slot zit. Wij willen dat een beetje openbreken door ons vanuit pragmatisch perspectief af te vragen voor welke problematische situaties liberalisering wèl een oplossing kan bieden en aan welke voorwaarden dat dan moet voldoen. Dat wordt de insteek van deze blog.

Het wordt roeien tegen de stroom in, maar er liggen nog genoeg onbeantwoorde vragen. Armstrong bekent dat hij doping heeft gebruikt, maar waarom is hij dan nooit betrapt? En waarom hebben Hincapie, Leipheimer, Zabriskie en Vande Velde nooit positief getest? Is een dopingvrije sport geen illusie, geen veel te groots nagejaagde utopie? Waarom zijn Landis en T. Dekker wel gepakt? De nood is hoog. Als we niet beter beginnen te begrijpen waartoe controleurs wel en niet in staat zijn, dan dreigt alleen maar meer willekeur, lange gerechtelijke procedures met 'non-analytical evidence', achteraf veroordelingen en ongeloofwaardige uitslagen. Dan moeten we nog jaren wachten voordat de uitslag van vandaag bevestigd wordt. En er zijn meer vragen: Hoeveel kost dopingbestrijding eigenlijk, in financiele en maatschappelijke zin? Welke belangen zitten erachter en wie profiteert ten koste van wie? Weegt nut op tegen noodzaak? Hoe hangt de toekomst van het wielrennen af van dopingbestrijding?

Lees erover op deze blog. En schrijf er over mee!