In de Volkskrant van 30 december stond een opmerkelijke passage in een bericht over vorderingen in de sportgeneeskunde. Het bericht gaat over de voordelen van Plaatjesrijk Plasma (PRP) therapie bij herstel van slecht doorbloede weefsels, zoals banden en pezen.
De opmerkelijke passage staat bijna onderaan: "Tot 1 januari 2010 was het toedienen van eigen bloed, de zogenaamde autologe behandeling, verboden volgens de richtlijnen van de WADA, het internationale antidopinggenootschap. Het leek op bloeddoping. Maar na de vrijgave, het was immers gericht op genezing, is de sportwetenschappelijke wereld op jacht naar de werkelijke waarde van het wondermiddel." Alleen al in Nederland volgen de studies elkaar sindsdien in hoog tempo op.
Of PRP de status van wondermiddel verdient laat ik graag in het midden; de constatering dat vrijgave tot grondig wetenschappelijk onderzoek leidt wil ik wel wat verder doordenken.
Afgelopen voorjaar schreef ik een column in SportknowhowXL over de kosten van dopingbestrijding. Ik pleitte daarin voor een ander soort spelregels, waardoor het gebruik van epo onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde mate (tot de hematocrietwaarde van 50) toegestaan zou kunnen worden. Daarop ontving ik een reactie van iemand van de Nederlandse Dopingautoriteit dat hij dit wel een erg riskant medisch experiment vond.
Ik begrijp die reactie van de Dopingautoriteit wel, zeker als ik ook zou hebben gepleit voor het opheffen van de hematocriettest. Maar klopt het argument daarmee ook? Naar mijn mening is het gebruik van doping in een streng regime veel riskanter omdat het ondergronds, zonder medische begeleiding plaatsvindt. Bovendien, door het uit de verboden sfeer te halen, ontstaan er drijfveren om wetenschappelijk onderzoek te doen. Op dit moment bestaan er bijvoorbeeld geen valide resultaten van onderzoek naar het effect van epo. Wel heeft er inmiddels twee decennia lang intensief onderzoek plaatsgevonden. Juist, door de inmiddels beruchte dopingdoktoren. Wordt epo uit de criminele sfeer gehaald dan kan er een schat aan observaties, metingen en verklaringen ontsloten worden. Die kennis kan men aan de kritische controle van replicatie en peer review onderwerpen. Ferrari, Conconi, Fuentes en Matschiner worden nu verguisd, maar het zijn wel onderzoekers die ook zouden kunnen bijdragen aan de wetenschap. En atleten en teamdokters, die moeten gewoon in PubMed kunnen opzoeken of hun middeltjes echt veilig en prestatiebevorderend zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten