3 februari 2013

Doping en het tekort aan bestrijdbaarheid

In de afgelopen tien jaar is de dopingbestrijding enorm veranderd. Regels zijn strenger geworden, er is veel geïnvesteerd in onderzoek naar detectie van substanties, landen die internationale sportevenementen organiseren beschikken over eigen high-tech laboratoria, het biologisch paspoort is ingevoerd, renners moeten continu beschikbaar zijn voor controles, ze kunnen worden veroordeeld op basis van indirect bewijs, ze kunnen jaren later nog worden veroordeeld, er geldt een no-needle policy tijdens wielerrondes en er worden veel hogere straffen uitgedeeld.

Op grond hiervan roepen renners, ploegen, organisatoren, bonden en commentatoren de laatste tijd in koor dat het wielrennen schoner is dan ooit. Operacion Puerto vond alweer zeven jaar geleden plaats. Recente biechten van met name Amerikaanse en Nederlandse renners bevestigen alleen dopinggebruik vóór 2007, met als interessante uitzondering die van Rasmussen.

Blijft de vraag naar bewijs of het gebruik van doping ook echt is verdreven. Tegen het koor van zuivering in stelde de Italiaanse rechter die de handel en wandel van dokter Michele Ferrari onderzoekt, Benedetto Roberti, onlangs in een interview met Cyclingnews dat er weinig is veranderd in het wielrennen: "Riders have recently told me that there are substances in use that can't be found by anti-doping tests. One is Erythropoietin Z by Retacrit, it's known as EPO Z. There's a Chinese EPO that has been released, I don't know its name but it can’t be found (in tests) and was definitely the queen of the Olympics. There's also AICAR, that is brought in from the East as a powder and is apparently a kind of genetic doping. In simple terms, it helps reset muscle fibres after huge efforts. It can't be found in anti-doping tests either."

Het interview is een voorschot op openbaringen over de klanten van Ferrari die we binnenkort kunnen verwachten. Zullen deze bevestigen dat dopingbestrijding nog even hard achter de feiten aanloopt? Deze week kwam al aan het licht dat de UCI bij lange na niet de financiële mogelijkheden heeft om voldoende out-of-competition controles te doen voor een statistisch betrouwbare interpretatie van het biologisch paspoort, een instrument overigens dat nutteloos is voor het traceren van continue microdoseringen. Ook het no-needle beleid tijdens wielerrondes heeft geen effect op dopinggebruik buiten competitie.

We weten nooit of het peloton niet nog altijd met twee snelheden fietst. Alleen uitzonderlijke optimisten geloven dat dopingbestrijding feilloos werkt. Moeten we niet eens, in plaats van te blijven investeren in dure dopingbestrijding, onder ogen kunnen zien dat dopinggebruik gedijt bij een chronisch tekort aan bestrijdbaarheid? Dan kunnen we ook beginnen na te denken of er niet een ander soort regels mogelijk is waarmee organisatoren en bonden eindelijk het heft in handen kunnen nemen.

Geen opmerkingen: